Hoe int u een vordering op de belastingdienst?

De belastingdienst heeft veel eenvoudige mogelijkheden om een belastingschuld te innen. Andersom, als u wat van de fiscus tegoed heeft, is het minder vanzelfsprekend die vordering daadwerkelijk betaald te krijgen. Spijtig genoeg is de belastingdienst onvoldoende ingesteld op uitbetalen om er maar gewoon op te vertrouwen dat u wel ontvangt wat u toekomt. Met name in de uitbetaling van dwangsommen, proceskostenvergoedingen en de schadevergoeding vanwege een te lang durende procedure, kost innen veel moeite. In dit blog de beperkingen, maar ook het machtsmiddel voor het geval drie keer vriendelijk vragen niets oplevert.

De belastingdienst is van oudsher ingericht als inningsdienst, niet als betaalkantoor. Niet voor niets leverde de omzetting van de loonbeschikking in de voorlopige teruggaaf de nodige problemen op, het onderbrengen van allerhande subsidies bij de belastingdienst als toe te kennen toeslagen is – in de uitvoering op zijn minst – al jaren een drama.

Op 1 juli 1998 is de loonbeschikking vervangen door de voorlopige teruggaaf door de belastingdienst. Bij de loonbeschikking werden aftrekposten verwerkt in een vermindering van de in te houden loonbelasting. Zodoende werd het door de werkgever uit te betalen netto loon hoger. De omzetting in het door de belastingdienst uit te betalen bedrag is altijd gezien/gebracht als een vermindering van administratieve lasten bij werkgevers. Volgens mij niet geheel toevallig kan de ontvanger er op deze manier ook wel heel makkelijk bij als hij wat te innen heeft.

Vorderingen op de belastingdienst

Afgezien van veel drama’s bij toeslagen zal men in de regel de toeslag waar men recht op heeft wel krijgen. Ook de voorlopige teruggaaf wordt in de regel gewoon netjes uitbetaald. Ik moet zelfs toegeven dat het met de uitbetaling van aanslagen tot een negatief bedrag in de regel goed gaat. In de regel, want nagenoeg zodra er een geschil ontstaat met de fiscus, ligt verrekening van dit soort uitbetalingen al snel op de loer. In dit blog gaat het me echter om de uitbetaling van de minder gangbare vorderingen: de dwangsomde proceskostenvergoeding, de schade vanwege het overschrijden van de redelijke termijn waarop een belastingprocedure moet zijn beslecht. Uitbetaling van dit soort vorderingen is een crime.

Nagenoeg elke (deels) gewonnen procedure levert op dat de rechter in zijn oordeel tevens opneemt dat het griffiegeld moet worden gerestitueerd, er een proceskostenvergoeding moet worden betaald, soms ook een dwangsom vanwege het te laat beslissen op een bezwaar, en als het lang heeft geduurd een vergoeding van  € 500 per halfjaar ter vergoeding van spanning en frustratie. Geen waanzinnige bedragen, maar des te groter de irritatie als het veel moeite kost om het oordeel van de rechter op dit punt ook gewoon uitgevoerd te krijgen. Een bijkomend probleem is dat in tegenstelling tot hetgeen tussen normale burgers gewoon is (in een civiele procedure) hoger beroep en cassatie de werking van de uitspraak van de rechter schorst en per definitie moet worden gewacht tot het oordeel onherroepelijk is.

Verrekening

Men zou zeggen dat aan een niet meer te bestrijden uitspraak van een rechter door de belastingdienst automatisch uitvoering wordt gegeven. Onze ervaring is anders. Betaling blijft veel vaker uit, dan dat die vanzelf volgt. De meest simpele inningsoplossing is dan vaak om zo’n vordering op de belastingdienst te verrekenen, zoals – wederom – in het rechtsverkeer tussen burgers gewoon is, met iets wat nog aan de belastingdienst moet worden betaald. De Invorderingswet kent echter een specifiek artikel dat ziet op verrekening met de belastingdienst. Kort gezegd komt het er op neer dat de ontvanger nagenoeg altijd mag verrekenen, de belastingplichtige nooit. Gerechtshof Amsterdam heeft (in plaats van de vraag te stellen waarom de uit te betalen bedragen niet allang daadwerkelijk zijn uitbetaald) verleden jaar het verbod op verrekening uitdrukkelijk bevestigd. De mogelijkheid om vorderingen over en weer te compenseren is voor de belastingplichtige dus uitgesloten.

Grosse

Een uitspraak van een belastingrechter levert een afdwingbare titel op. De uitspraak wordt alleen niet direct – in tegenstelling tot civiele uitspraken – in executoriale vorm, als grosse, toegezonden. Indien vragen om uitbetaling van de uit hoofde van de uitspraak verschuldigde bedragen geen reactie, althans niet de gewenste, oplevert, kan het rechterlijk college om afgifte van een grosse worden gevraagd. Alsdan krijgt u dezelfde uitspraak die u eerder werd toegezonden aangevuld met een tweetal stempels opnieuw in de bus. Met die grosse kunt u een deurwaarder op pad sturen om beslag te leggen. Bijvoorbeeld bij uzelf, op hetgeen u de belastingdienst nog verschuldigd bent. Aangezien u dan voorlopig elke betaling aan de belastingdienst onder u moet houden totdat het beslag is afgewikkeld, is de ontvanger er dan vaak als de kippen bij om alsnog te zorgen dat alles wordt geregeld.

Nakosten

Tegenover de extra werkzaamheden om betaling af te dwingen staat geen vergoeding. Ook dat is bij burgerlijke geschillen beter geregeld. De deurwaarderskosten zijn wel verhaalbaar. Daar staat tegenover dat wel wettelijke rente kan worden gevorderd vanaf 4 weken na de uitspraak. Zo oordeelde onlangs de Hoge Raad. Zelfs als de werking van die uitspraak was geschorst vanwege een ingesteld hoger beroep of cassatie.

Conclusie

De belastingdienst betaalt niet uit automatisme uit na een veroordelend vonnis. Zeker bij het voeren van meerdere procedures en bij het instellen van hoger beroep en cassatie is het noodzaak de toegekende bedragen goed in de gaten te houden. Volgt betaling ook niet na verzoek, dan is betaling af te dwingen door het opvragen van een grosse. Vergeet ook niet om wettelijke rente te vorderen indien betaling lang(er) uitblijft.

Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur