Afschaffing inkeer met een hakbijl: een stille revolutie met grote gevolgen

Als de plannen niet meer wijzigen, wordt inkeer vanaf komend jaar afgeschaft voor alles in box 3 (vermogen) en box 2 (‘aanmerkelijk belang’-aandelen). Dat geldt zowel voor vermogen of aandelen in Nederland als in het buitenland. Dit gaat veel verder dan inperking van 2018: de huidige afschaffing gaat namelijk gelden voor álle jaren, ook alle aangiften die jaren geleden al zijn ingediend. Wie vanaf 2020 vrijwillig meldt, werkt zichzelf linea recta een strafrechtelijk risico in. Daarom deze noodkreet aan de Tweede Kamer: pas de wetgeving aan om onbedoelde negatieve effecten te voorkomen.

Afschaffing inkeer buitenlands vermogen (2018): alleen nieuwe aangiftes

Bij de inperking in 2018 was nog expliciet geregeld dat alleen nieuwe aangiften niet meer tot een vrijwaring voor een strafzaak zouden leiden. Met andere woorden: alle oudere aangiftes kunnen nog zonder risico gemeld worden. Hoe verder in de tijd, hoe meer aangiftes onder de afschaffing zullen vallen en dus hoe groter het risico wordt. Bij de wijziging per 2020 ontbreekt overgangsrecht en kent daardoor een hakbijleffect: alle eerder verzwegen vermogens (dus ook Nederlands box 3) of inkomsten uit een ‘aanmerkelijk belang’ in aandelen (box 2) zijn per direct strafrechtelijk vervolgbaar, ook al komt iemand zich volledig vrijwillig zelf melden.

Drastisch gevolg lijkt niet voorzien

Mij is volstrekt onduidelijk of dit drastische gevolg beoogd is. Eerlijk gezegd lijkt me dat sterk, aangezien in de parlementaire stukken iedere verwijzing naar dit effect ontbreekt. Om die reden heb ik met de Adviescommissie wetsvoorstellen belastingrecht voor de Nederlandse Orde van Advocaten commentaar ingediend op dit wetsvoorstel, aan de hand van het artikel van een van onze commissieleden, mevrouw mr. A.J.C. Perdaems. Het onderwerp is echter van te groot belang om bij een enkel intern advies te houden.

Inkeerregeling van belang voor de samenleving

Bij één opzettelijk onjuiste aangifte is het vaak noodzaak om daar mee door te gaan, om te voorkomen dat het eerdere vergrijp wordt ontdekt. Met andere woorden, het is dan noodzakelijk om op de ingeslagen foute weg door te gaan. Waar het bij inkeer dus om gaat is dat belastingplichtigen de mogelijkheid hebben om te stoppen met fraude. Afschaffing van de inkeerregeling betekent dat de fraude wordt voortgezet, met alle nadelige consequenties voor de samenleving van dien.

Te laat is toch al te laat

De roep om ‘harde aanpak’ leidt er echter toe dat de inkeerregeling steeds verder wordt ingeperkt. Als achtergrond wordt verwezen naar de constructies uit de Panama Papers. Waarom levert dat geen deugdelijk motief op? Omdat de daar ontdekte constructies toch al te laat zijn om vrijwillig te melden. Voor een tijdige melding moet worden gemeld voordat de Belastingdienst de belastingplichtige op het spoor zal raken. Bovendien gingen de Panama Papers over ‘offshore’, buiten Nederland gevestigde entiteiten. Dit draagt dus hooguit de afschaffing van de inkeerregeling voor buitenlands box 2 inkomen, niet ook voor inkomen uit Nederlandse aandelen. En al helemaal niet voor in Nederland verzwegen vermogen.

Bestraffen op basis van latere wet

Eerder was de discussie of de ‘inkeerboetes’ – of beter het in het verleden ontbreken daarvan – na verhoging per direct kunnen worden toegepast. Of: geldt het tarief zoals dat was geregeld ten tijde van het doen van de onjuiste aangifte? Pas op feiten gepleegd na het invoeren van een sanctiebepaling mag immers de daarin geregelde straf worden opgelegd. De Hoge Raad heeft echter in zijn arrest op 2 november 2018 beslist dat het ‘feit’ de eerdere onjuiste aangifte is. Hoewel de inkeerregeling wel deel uitmaakt van de sanctiebepaling, kon daarom volgens de Hoge Raad toch de (hogere) boete worden opgelegd.

Vorige afschaffing mét overgangsrecht 

Vanwege die destijds nog niet beslechte discussie, heeft de wetgever bij de afschaffing van de inkeerregeling voor buitenlands vermogen per 2018 in overgangsrecht bepaald dat voor alle oudere aangiftes de inkeerregeling mogelijk zou blijven. Mogelijk heeft het arrest van de Hoge Raad ervoor gezorgd dat die noodzaak nu niet langer wordt onderkend. Het blijft echter vreemd dat zonder boe of bah in dit wetsvoorstel mogelijk wordt gemaakt dat – met terugwerkende kracht – strafvervolging kan worden ingesteld over (allang) ingediende aangiftes.

Oproep aan tweede kamer: nu kan het nog!

Het gevolg van het ongewijzigd doorvoeren van deze afschaffing zal zijn dat meldingen opdrogen. Wie gaat zichzelf nog melden als dat per definitie het risico van strafvervolging oplevert? Dit lijkt me niet een beoogd effect van deze inperking van de inkeerregeling. Ik roep daarom de Tweede Kamer op om de regeling alsnog aan te passen en overgangsrecht te regelen, zodat de onbedoelde effecten worden voorkomen. In ieder geval om strafvervolging voor oude aangiftes uit te sluiten. Of is toch sprake van een geplande stille revolutie?

Dit bericht werd geplaatst in: Inkeerregeling

Stuur een reactie naar de auteur